Je vraagt je bij kabelmanagement misschien af; "waarom moet het zo strak? Ik heb al harde contractafspraken gemaakt en ik heb er geen tijd voor. Ik weet heus wel waar alles ligt". Nou, misschien. Maar wat nou als je een jaar later terug komt vanwege een storing en het duurt iedereen toch te lang? Voor de klant telt elke seconde. Het netwerk is de backbone van zijn onderneming. Een plat netwerk kost dus geld en kan soms resulteren in ontevreden klanten. Dat kost jouw je business. Andersom is een strakke toekomstbestendige IT-installatie hét visitekaartje van jouw installatiebedrijf en zorgt voor klantrelaties voor de lange termijn. Het lijken misschien open deuren maar het is een frisse reminder. Met deze zes tips krijg je elke installatie strak en toekomstbestendig.
 |
 |
1. Plan voor de toekomst
Je snijdt jezelf in de vingers als je niet direct toekomstige upgrades meeneemt in je installatieplan. Neem bijvoorbeeld de groei van UTP van de afgelopen jaren. De bijbehorende kabelgoten zijn in de breedte gegroeid van 50mm naar soms 600mm. Reserveer daarom nu voldoende plek voor de toekomstige datapunten en installeer kabelgoten met een overcapaciteit van +/-25% op het moment van installatie. Klanten vragen in toenemende mate om servicecontracten voor de lange termijn en dus plan je infeite je eigen opdrachten voor de komende periode. Teken uit waar welke kabels apart gaan lopen: elektra, OM4 / OM5 of Cat5e, Cat6 / 6A of misschien wel Cat7/7A.
2. Meten is weten
Kleiner is beter, tenminste ... bij patchkabels dan ;) Overtollige meters in de netwerkkast en onder het bureau werken kabelspaghetti in de hand en resulteert in problemen. Energieverlies, struikelgevaar, kabelbreuken en verwarring. Het is daarom belangrijk dat je de patchkabels vooraf liever twee keer meet dan met overlengte installeert. Bestel ze daarom tijdig en in de juiste lengte en kleur. Dat scheelt je kosten en voorkomt stress bij de implementatie. Het patchpaneel en het bureau worden beter overzichtelijk wanneer de lengtes perfect zijn opgeleverd. Dat is belangrijk bij snel onderhoud.
 |
 |
3. Houd CAT6 weg bij elektrokabels
Het klinkt misschien als een inkopper maar scheidt je datakabels minstens 10cm van elektrokabels. De elektromagnetische eigenschappen van elektra zorgen namelijk voor storingen in de signaaloverdracht in de koperen datakabels. Dat komt je duur te staan als de informatieoverdracht stagneert na de installatie. Gebruik verder bij voorkeur Velcro klittenband boven tie-rips om de kabels te bundelen in goten en ladderbanen. Gebruik alsjeblieft geen goedkope tie-rips. Naast dat klittenband verstelbaar is en te strak ombinden voorkomt, werkt Velcro klittenband brandvertragend waar het plastic van de meeste tie-rips het tegenovergestelde effect sorteren.
4. Gebruik kleurcodes
In het verlengde van de vorige tip is het essentieel consistent te werken met het kleurgebruik van datakabels. Waar de vaste bekabeling doorgaans dezelfde kleur gebruikt (PVCMB: grijs), worden er bij LSOH/FRNC diverse kleuren gebruikt, afhankelijk van de fabrikant. Patchkabels hebben een heel scala aan kleuren vanwege de toename van alle diensten op het netwerk. Camera’s, serverdiensten, (brand)beveiliging, domotica, diverse andere Power-over-Ethernet diensten. Vaste massieve koperkabels hebben per leverancier een andere kleur. De halogeenvrije koperkabels zijn bij Datwyler oranje en bij METZ Connect blauw. Andere fabrikanten gebruiken weer wit, paars, geel of groen. Rood wordt steevast gebruikt voor de veiligheid zoals brandkabels binnen brandmeldinstallaties. We hebben het dan nog niet gehad over het kleurgebruik bij glasvezel.
 |
 |
5. Label elke kabel
Ten slotte ben je volgens de norm verplicht elke kabel te labelen zodat men ze aan weerszijde kan identificeren. Dat resulteert in een enorme tijdsbesparing bij reparaties en upgrades. Verzin de labels niet ter plekke want dat gaat bijna altijd fout. Afwijkende labels aan elke kant, etc. Bespaar jezelf deze kopzorgen en leg het in één keer goed vast en bedenk een logische codering. Bijvoorbeeld: A01-01 of 0001 t/m 1000. Noteer de nummering direct op de bouwtekening zodat het in één keer goed gaat.
6. Test je kabels
Tenslotte test je elke kabel voordat ze definitief in de installatie worden opgenomen. Test ze met een analiseermeter en certificeermeter zodra de klus getest wordt met professionele apparatuur van bv. IDEAL, NETSCOUT of OWL. Dit is afhankelijk van het type netwerk: maak je een koper, glas of WiFi netwerk. Werken met deze merken geven je servicegarantie wat sterk is voor jouw naam als professioneel installateur.
 |
 |
Meer lezen over datatechniek?
Kortingsactie: 10% korting op je eerste bestelling
Wij bij Redlink begrijpen wat het betekent om een pro te zijn en helpen installateurs een pro te blijven. Daarom doen wij elke dag ons best om jou de beste producten te leveren tegen de scherpste prijs met de best mogelijke service. Wil je dit uitproberen? Maak dan account aan. We nemen daarna contact op en activeren je account. Vervolgens kan je bestellen en krijg je 10% korting op je eerste factuur!
